Eerst wordt de klei gecentreerd op de schijf, een cruciale stap voor stabiliteit. Vervolgens vorm je met je handen en tools de gewenste vorm, zoals een kom of vaas.

Afdraaien van keramiek gebeurt wanneer het werkstuk lederhard is, een fase waarin de klei stevig maar nog bewerkbaar is. Met speciale tools verwijder je overtollige klei en verfijn je details, zoals de voet van een kom.

Keramiek moet volledig droog zijn voordat het in de oven gaat om barsten of breuken te voorkomen. Afhankelijk van de dikte en omgeving duurt de droogtijd meestal één tot twee weken. Een droge, goed geventileerde ruimte helpt dit proces te versnellen. Het werkstuk voelt droog aan, maar moet ook aan de binnenkant uitgehard zijn.

De biscuistook is de eerste bakronde bij keramiek, waarbij de klei wordt uitgehard tot een poreus, stevig materiaal. Dit gebeurt in een oven op ongeveer 900-1000°C. Tijdens deze stap verbrandt organisch materiaal en wordt het werkstuk voorbereid voor het glazuren.

Glazuren van keramiek geeft het werkstuk kleur, textuur en een beschermende laag. Het glazuur kan worden aangebracht door dompelen, spuiten, sponzen of schilderen, afhankelijk van het gewenste effect. Daarnaast kunnen transfers worden gebruikt, waarbij ontwerpen of patronen op het glazuur worden aangebracht voor extra decoratie.

De glazuurstook is de tweede bakronde bij keramiek, waarbij het aangebrachte glazuur smelt en versmelt met het oppervlak. Dit gebeurt bij temperaturen tussen 1000°C en 1300°C, afhankelijk van het type klei en glazuur. 

De laatste stap in het maakproces: 
met een diamantspons wordt het oppervlak zorgvuldig glad en glanzend gemaakt.